Catharsis
De reeks Catharsis is geconcipieerd als een associatieve beeldenstroom uit het onbewuste, en wisselt surrealistische droombeelden en symbolische fragmenten af met schijnbaar vervagende herinneringen en gesublimeerde verlangens. Catharsis volgt bewust geen lineaire verhaallijn, maar daalt langs een onvoorspelbaar pad af naar de verborgen diepten van de menselijke psyche. Het geheel is een fragmentarische collage die zowel louterend als verontrustend werkt.
Volgens de klassieke Aristoteliaanse dramaturgie is catharsis het resultaat van een collectieve
emotionele zuivering van sterke gevoelens bij zowel de toeschouwers als de protagonisten van een
tragedie. Hierbij kan de fotograaf zowel de rol van protagonist (de creatieve rebel of absurde held bij
Camus) als van toeschouwer (de hegeliaanse waarnemer van toevallige objecten) aannemen.
De ambiguïteit van de toeschouwer maakt ook een psychoanalytische lezing van deze loutering
mogelijk. Fotografie wordt dan een therapeutisch medium om herinneringen uit het (collectief)
onbewuste op te roepen en te uiten: catharsis als rituele reiniging, als een fotografische hunkering naar
een tabula rasa bij de maker en de kijker.
Catharsis knoopt ook aan bij onze postmoderne nood aan loutering: de beelden claimen geen waarheid,
maar nodigen de toeschouwer uit om zich bewust te worden van zijn onbewuste voorstellingen en
verlangens, en via introspectie op zoek te gaan naar innerlijke houvast, naar het ontsluiten van de eigen
microkosmos in een wereld waarin de grote metanarratieven hun legitimiteit verliezen.
Bovenop de imaginaire orde van Lacan, de wereld van fantasie en verlangen, wordt de symbolische orde
geënt, de wereld zoals ze in de (beeld)taal verschijnt. Catharsis bevat in dat verband subtiele
verwijzingen en duidelijke knipogen naar het werk en de beeldtaal van surrealistische beeldmakers als
Luis Buñuel, Salvador Dalí, René Magritte en David Lynch.
De verontrustende symboliek in de beelden lijkt te suggereren dat de symbolische orde op instorten
staat en dat de realiteit dreigt te desintegreren. Volgens Nietzsche maakt dit verval de weg vrij voor
dionysische energie. Die ongebreidelde, natuurlijke driften die aan de oppervlakte van onze samenleving
komen beangstigen ons, maar luiden tegelijk de geboorte in van iets nieuws.
Catharsis is opgebouwd als een sequentie waarbij elk beeld in de reeks esthetisch of inhoudelijk, direct
of associatief verbonden is met het voorgaande en het volgende beeld. Dit brengt ons bij de derde orde
van Lacan: de ongrijpbare objectieve werkelijkheid. De (beeld)taal schiet immers te kort om het
onbewuste volledig te ontsluiten. Van zodra het verlangen zijn uitdrukking vindt in een beeld, vervreemdt
het beeld van het oorspronkelijke verlangen, dat nooit volledig in beeldtaal kan uitgedrukt worden. In de
objectieve werkelijkheid kan hooguit sprake zijn van een gedeeltelijke bevrediging, waardoor het
verlangen verschuift naar een volgend beeld, en de ultieme catharsis eeuwig uitgesteld wordt.